Je kunt de circulaire en sociale economie niet los van elkaar zien

Werk zo duurzaam, lokaal en sociaal mogelijk inrichten en daarbij winstgevend zijn.

Header afbeelding

“Materialen die voorheen afval waren, zijn dat nu niet meer”. Dat is de basis achter de bedrijfsfilosofie van Get2Green. Een circulaire en sociale koploper uit Fryslân. “Wij willen ons werk zo duurzaam, lokaal en sociaal mogelijk inrichten en daarbij winstgevend zijn”, vertelt directeur Marthijs Roorda.

“Wij ontwikkelen businessmodellen, die aansluiten bij de circulaire economie”, opent Roorda. “Zo zamelen we afgedankte elektronica bij winkels in heel Nederland in. Daarbij bieden we een servicemodel, van planning en inzameling tot aftransport en rapportage. Zo helpen we onze klanten te voldoen aan Europese regelgeving.”

Als tweede voorbeeld noemt Roorda het verwerken van afgedankte kunststoffen. “Die zamelen we bij vierhonderd bedrijven en organisaties door het hele land in om er vervolgens toepassingen voor in de bouw mee te maken. En als derde: we hebben een landelijk dekkende infrastructuur ontwikkeld waarin we afgedankte bitumendakbedekkingen inzamelen, controleren op herbruikbaarheid en vervolgens terugbrengen naar de producent.”

Duurzaam, sociaal en lokaal

Samengevat betekent dat, stelt Roorda: “Wij willen ons werk zo duurzaam, lokaal en sociaal mogelijk inrichten en daarbij winstgevend zijn.” Met sociaal bedoelt Roorda dat alle bedrijfsactiviteiten zo worden ingericht dat maximale inzet van sociale arbeid, mogelijk is. Dus de inzet van mensen die prima in staat zijn om te werken, maar misschien wel een duwtje in de rug en meer aandacht nodig hebben. Bij Get2Green staat de teller inmiddels op 18 medewerkers uit deze groep.

Zekerheid en vertrouwen zijn de sleutelwoorden in de aanpak van Get2Green. “Veel mensen uit deze groep hebben slechte ervaringen achter de rug. Wij bieden ze een zekere, veilige werkomgeving. Daarnaast helpen en begeleiden we onze mensen ook buiten het werk, bijvoorbeeld bij schuldenproblematiek. Dat is nodig, want als er thuis iets niet goed zit, dan kun je niet de stappen zetten om je potentie waar te maken.”

Dat is waar het Get2Green uiteindelijk om te doen is. “En voor sommige van onze activiteiten worden medewerkers die ingestroomd zijn vanuit het socaal domein, simpelweg te goed. Het sorteren van kunststoffen heb je op een gegeven moment ook wel geleerd.”

Dan is het heel goed als mensen verder kijken. “Wij kunnen hen helpen met een vervolgstap in hun carrière. Dat doen we door met onze bedrijven door te groeien waardoor we ook nieuwe taken en uitdagingen aan kunnen bieden. Als dat niet lukt, dan kijken we samen met de gemeente en collega-bedrijven of er extern mogelijkheden zijn die passen bij de kwaliteiten en ambities.”

Get2Green heeft haar bedrijfsprocessen en personele organisatie zo ingericht dat er altijd plek is, ook voor mensen die misschien wat langzamer of onzekerder zijn. “Iedereen kan binnen zijn takenpakket bijdragen aan de circulaire economie. Volgens mij is een circulaire economie trouwens altijd een sociale economie. Die dingen kun je niet los van elkaar zien. Het belangrijkste werk om de circulaire economie mogelijk te maken (den aan inzamelen, sorteren, controleren et cetera.) wordt juist door medewerkers uit deze doelgroep gedaan. Zonder hen, wordt het niets.”

Dialoog

De transitie naar een circulaire en sociale economie zou volgens Roorda het beste vormgegeven kunnen worden als partnerschap tussen overheid en bedrijfsleven. “Als gemeenten en bedrijven echt goed samenwerken, kunnen we geweldige dingen bereiken. Dat lukt bijvoorbeeld in de gemeente Smallingerland. Daar staan relatief veel mensen langs de zijlijn en is het gelukt echt een goede dialoog te starten en ook concrete resultaten te boeken.”

Als voorbeeld noemt Roorda de discussie over jobcoaching. Die was belegd bij verschillende grote externe organisaties, terwijl Get2Green juist de samenwerking met een vaste lokale partner zocht. “Het draait veelal om vertrouwen, dicht bij de mensen staan en kijken wat kan. Daar zijn ‘systemen’ te vaak (nog) niet op ingericht. Ook gemeenten onderschrijven dat en zoeken met ons naar werkbare oplossingen die zowel voor medewerkers, bedrijven en de gemeente zelf haalbaar zijn. Die continue dialoog maakt maatwerk mogelijk. Dat soort praktische zaken zijn ontzettend belangrijk. Het gaat om mensen. Je moet het organisatorisch goed regelen om als bedrijf te kunnen presteren en bij te kunnen dragen aan een betere samenleving.”

Vertrouwen

Roorda zou graag zien dat die dialoog tussen bedrijfsleven en overheid breder wordt gevoerd. “We zijn een mkb-provincie. Als we als samenleving, en dat zijn we met z’n allen toch, vinden dat er te veel mensen aan de kant staan dan moeten we dat samen oplossen. En dat kan wel, maar dat vraagt vertrouwen in elkaar maar ook investeringen in de lokale economie.”

Met de juiste aanpak zou het volgens Roorda moeten lukken om veel meer mensen aan het werk te helpen. “Bedrijven met twintig mensen in dienst kunnen vaak makkelijk iemand uit het sociaal domein erbij hebben. Maar ze kennen de mogelijkheden niet of ze vinden het ingewikkeld. Ik zou het geweldig vinden als een wethouder zou zeggen: geef mij een lijst met bedrijven van die omvang en dan haal ik die groep bij elkaar. Dan gaan we een hapje eten, leg ik de noodzaak uit en vraag aan de bedrijven wat wij als gemeente kunnen doen zodat bedrijven mét ons dit probleem aan kunnen pakken. Houd het simpel, eerlijk en praktisch. Ik denk echt dat dit kan.”

Tekst: Kees Jan van Kesteren, Op naar de 125.000 banen